Stenen op mijn rug – door Myra Hermans

Dat kan ik goed: manoeuvreren in de situatie die ontstaat of ontstaan is. Aanpassen aan anderen, aan omgeving. Is er zon, dan geniet ik daarvan. Nog niet heel heftig, maar toch. Is er regen, dan erger ik mij daar in eerste instantie niet aan, maar dan pak ik een plu of een regenjas. Ik laat mij niet zomaar uit het veld slaan.

Tijdens de week in Portugal kreeg ik daarin weer een mooie les voorgeschoteld. Een rit met de auto naar een onbekende plek leidde ons eerst verkeerd, waardoor we met de huurauto bijna kwamen vast te zitten. Daarna werden onze voeten flink vastgezogen in rode modder, doordat de regen toen inmiddels met bakken uit de hemel kwam. Het was alsof het universum me wilde testen. Willen we nu wel wandelen, was het overleg in de auto, toen we voor het ergste water nog even gingen schuilen. Ja, nee, ja… Het verlangen naar de ervaring was groter dan de angst voor nattigheid en we plooiden ons. Ik plooide me. Van binnen nog wat mokkend en me focussend op het ongemak. 

Het water maakte echter mijn innerlijke steen zacht en rond. Ik zette door. Raakte nog een oersteen aan die mij liet inzien dat ik niet alles op mijn nek moest nemen. Ook een steen op mijn pad. En al slingerend op stenige en rotsige paadjes kwam ik op een zandstrand met ieniemieniekiezelsteentjes. Want dat zijn immers al die zandkorrels.

Het werd lichter. Letterlijk en figuurlijk. De zon kwam erbij. De stenen op mijn rug, mijn pad en van binnen gooide ik af en ik dook zonder bagage (en kleding) in de zalige zee.