Wandelen: een kwestie van hollen of stilstaan?

Durf jij?

Wandelen. Volgens mij bestaan er honderden betekenissen voor dit woord. Vanuit ieders perspectief. De een sleurt zijn hond mee uit wandelen omdat het moet. De andere wandelt met maar één doel: foto’s maken om deze zo snel mogelijk op de Social Media te posten. Wandelen om het hoofd leeg te maken. Om fit te worden. Gezond te blijven. De lunchpauzewandeling met het bammetje. Een frisse neus halen. Samen wandelen is vaak een sociaal gebeuren waarin de laatste nieuwtjes besproken worden en de tijd nauwkeurig in de gaten wordt gehouden.

Zelf geef ik veruit de voorkeur aan het wandelen in mijn eentje, of samen met anderen in stilte. Het lopen in het hier en nu met aandacht voor de natuur in vol ornaat. Stilstaan bij knoppen die op ontploffen staan, dennenboom-herinneringen opsnuiven, de paddestoelen met hun sprookjesachtige vormen bestuderen en er verhaaltjes bij verzinnen. De bezige bij zien werken en de citroenvlinder proberen te volgen. Het meisje dat nooit volwassen is geworden, zeg maar. Verwonderen. Verbazen. Mijmeren. Respect.
Tot ergernis van anderen die soms meelopen en duizend keer moeten stilstaan. Op hun horloge kijken. Hun mobiele telefoon erbij pakken. Om de leegte, de ruimte maar op te vullen.

Voor mij bestaat wandelen vooral uit stilstaan.

Af en toe verzorg ik een wandeling met een groep mensen. Wat me elke keer opvalt is de snelheid waarmee de groep begint te lopen. Met een noodgang wordt de pas erin gezet: de haast als automatisme. Binnen de kortste keren is de groep uit mijn zicht verdwenen, zonder ook maar een keer om te kijken racen ze vooruit. Zij zijn vooral erg gezellig met elkaar aan het keuvelen, alles in hoog tempo. De omgeving ontgaat ze volledig.
Het doet me altijd denken aan een zin uit het liedje van Herman van Veen: ‘We hebben ongelooflijke haast.’ Want:

  • We moeten een doel hebben. Het kan toch niet zo zijn dat we alleen maar lopen om het lopen? 
  • Dat de weg die we nu lopen alleen maar het doel is? We moeten toch ergens naar toe? 
  • Ik kan toch niet zomaar mijn stappenteller af doen? Dan weet ik niet of ik mijn doel gehaald heb!

Dat.


Zou alleen maar bewonderen een doel kunnen zijn? Alleen aandacht voor het wonder Natuur? Die haar eigen gang gaat, haar eigen cyclus volgt, no matter what? Dat is toch grootser dan elk alledaags wissewasje? Alle onbelangrijkheid valt dan toch weg? Het besef dat wij daar onderdeel van mogen zijn ontroert me nog elke dag. En is zo niet vanzelfsprekend voor mij.

Halverwege zo’n wandeling vraag ik wel eens aan de groep of zij een poosje in stilte willen wandelen. Ik vertel er ook altijd bij dat misschien jouw gesprekspartner wel van de wandeling en haar omgeving wil genieten, maar dat zij uit beleefdheid naar jouw verhalen luistert. Een beetje hetzelfde gevoel als ongevraagd advies krijgen, zeg maar.
Dat ‘stil’ wandelen voelt onwennig, wij zijn ten slotte sociale wezens die met elkaar ‘moeten’ converseren. Stilte is confronterend, want je keert naar binnen. De energie is niet veilig en comfortabel naar de ander gekeerd, maar -help!- naar jezelf. 

Na een minuut of tien zie ik ontspanning ontstaan in de groep. Het tempo verlaagt vanzelf. Het kaarsrechte pad dat vaak gemarcheerd wordt mag ineens wat onwennig slingeren. Om naar die boom te lopen met haar bijzondere schorstekening. Even op een houten bankje zitten om wat te mijmeren of een inzicht op te schrijven. Stilstaan om de eerste zonnestralen te vangen. Een braam te plukken en te proeven in alle aandacht. Het Zijn langzaam naar binnen laten sijpelen. De ademhaling vertraagt. Niet meer zo nodig moeten. Zinken in rust. 

Na zo’n wandeling vraag ik vaak hoe het was. Voor velen de eerste keer zo. Bijna altijd krijg ik terug hoe ongelooflijk fijn het was om niet sociaal te hoeven doen. Om eens echt de tijd te nemen en tegelijkertijd te voelen hoe het van binnen gaat. De natuur als onvoorwaardelijke reflectie. Blij zijn ze vaak dat ik voor hen heb beslist dat we stil gingen wandelen, omdat het toch moeilijk is om uit jezelf te zeggen dat je nu even voor jezelf kiest.

Nu ik in Portugal woon, waar de natuur overheerst en vaak grenst aan het paradijsgevoel, organiseer ik hier creatieve wandelweken. Met als voordeel dat de zon bijna altijd schijnt en de temperatuur zo aangenaam is. En je even helemaal weg bent.
De ene keer wandelen we in stilte, de andere keer laveren we langs de gouden kliffen van de kust met de kolkende, azuurblauwe oceaan onder ons. Om af en toe de voeten in de zee te koelen en de golven mee te geven wat je kwijt wilt.

Tijd bestaat niet bij mijn wandelingen. Tempo ook niet. Volledige aandacht, dat wel. 

Op dit moment ontdek ik ongerepte wandelroutes door bossen, langs zee, velden en slaperige (vissers)dorpjes. Lokale restaurantjes spot ik voor de vers gevangen vis en de onvervalste Portugese koffie. In de gouden namiddagzon zijgen we neer voor een tintelend glas wijn of een versgeperst sapje. En een aantal verrassingen komt op je pad, herinneringen die nooit terugkomen, maar die je ook nooit meer vergeet.

Dit uitstippelen alleen al maakt me overgelukkig. Ik hoop dat ik dit kan overbrengen op degene die een eindje met me oploopt in de toekomst. Die zin heeft in bezinken en achterlaten en de natuur als onderdeel van het nieuwe toekomstperspectief wil integreren. 

Ik verwelkom je graag en traag in het zachte, tijdloze zuiden van Portugal. Stuur me even een mailtje met je wensen en dan maken we samen een plan. 

Zin om meer te lezen over wat wandelen van binnen en van buiten met je doet? Hieronder post ik twee interessante artikelen:

‘Wandelen kan ons helpen om vruchtbaar klein te worden en onze ontvankelijkheid te hervinden, want waar jezelf zit, kan niets anders groeien. Dat inzicht is best een verademing in een jachtige tijd waarin ons ‘ik’ voortdurend op de voorgrond staat en ons de weg wijst naar plaatsen waar het geluk niet te vinden is.’
Een prachtige conclusie naar aanleiding van dit essay, geschreven door Thijs Caspers, waar het gaat over het terugvinden van jezelf in de vertraging: lees hier verder.

Brainwash heeft een prachtig stuk geschreven over de wijsheid van het het wandelen:
‘Wandelen is een manier om meer stilte in je leven binnen te laten. In zijn Marcher, une philosophie legt de Franse filosoof Frédéric Gros dan ook niet toevallig grote nadruk op deze component van de wandelactiviteit en de intrinsieke relatie tussen wandelen en stilte. Stilte is meer dan de afwezigheid van geluid. Stilte is, zoals de Engelse filosoof Roger Scruton ooit zei, een innerlijke kwaliteit. Stilte is een toestand van de ziel, een vermogen van de geest. Stilte draait niet louter om het dempen van het rumoer van buitenaf. Stilte draait bovenal om het stillen van het rumoer binnenin.’